Namenlijst

Van deze personen, ooit opgepakt en gedeporteerd in 1940-1945, zijn er nalatenschappen. Voorwerpen die in de oorlog achterbleven in concentratiekampen in Duitsland. Deze kwamen terug in Nederland. Wij doen nu via internet een laatste poging om met families in contact te komen. Wanneer u hieronder de naam van een familielid aantreft, wilt u dan alstublieft contact met ons opnemen?

Annemiek Littlejohn
E-mail : oorlogsnalatenschappen@gmail.com


Aan meer dan 20 families zijn nalatenschappen uitgereikt.
Deze staan niet meer op deze lijst.
De vette namen geven aan welke families tot dusver gevonden zijn voor de uitreiking op 29 januari 2011.


Update Namenlijst 28 januari 2011

Namen Geb.datum Geb.plaats

Berendsen, Hendrikus 1-1-1911
Caris, Klemens Joseph 5-4-1904 Dusseldorf
Dam, Pieter van
Dooren, Joh. Maria van 4-5-1916 Valkenswaard
Donner, Otto
Grinten/Grieten, Johannes van der
Haften, Gerrit van
Heeren, Johannes C 23-5-1916 Haarlem
Höfer, Heinz Werner alias Hans de Koning 18-7-1920 Heerlen
Hovestadt, Arie
Huenen, van / Heern G.
Jongh, Alphons de 2-6-1915
Koomen, Joseph 9-11-1903 Enkhuizen
Koopman, Emmanuel of Egbert Emanuel 10-09-1920 of 26-07-1922 Amsterdam Kuipers, Frans 11-11-1918 Oude Pekela Gieten
List. Piet van der 23-12-1922 Alkmaar
Maarseveen, Alexander van 07-01-1890
Mei van de
Mertz
Nvy/Nuy/Nuij, Dick
Plaat, Simon van der 1-6-1916
Pot, Klaas 30-11-1914 Amsterdam
Proosdij, Simon van 3-11-1923 Den Haag
Rosien, Jacob Groningen
Scheers, Laurentius Johannes 14-11-1912 Den Haag
Schmidt, Paul 24-12-1921
Schoenmakers, Theodorus Hendrikus 6-6-1924 Den Haag
Schulz, Johannes 3-7-1921 Amsterdam
Smits, Johannes 2-9-1907 Uden
Speyer, Jaap 1-9-1920 en Maria
Staveren, Jacob 31-12-1899 Amsterdam
Wit, Johannes Wilhelmus de 21-11-1878 Rheden
Zijlstra, Emil

Foto's nalatenschappen





























Foto's Caspar Kroes







Uit de media

De Telegraaf, 1 oktober 2009
http://www.telegraaf.nl/binnenland/4963341/__Website_voor_kampslachtoffers__.html?p=21,3



Reformatorisch dagblad, 29 september 2009
http://www.refdag.nl/artikel/1435461/Tikkend+horloge+wacht+in+kamp+op+familie.html


De Stentor 3 september2009
De kampgevangenen hebben de oorlog niet overleefd, maar hun persoonlijke bezittingen zijn er nog. Vanaf deze maand wordt via internet geprobeerd de families van de omgekomen gevangenen te vinden. „Een papiertje waar iets op geschreven is, kan net zo kostbaar zijn als een gouden ring.”

door Joost Sijtsma
Horloges, ringen, brillen, portemonnees, vulpennen, kleine foto’s, briefjes, formulieren, een munt van tien cent. In een kluis van stichting Nationaal Monument Kamp Amersfoort liggen sinds kort 164 van deze nalatenschappen. Spullen die een mens blijkbaar bij zich heeft als hij of zij wordt opgepakt om afgevoerd te worden naar een concentratiekamp. Hoe verschillend de voorwerpen ook zijn, ze hebben dezelfde achtergrond. De bezittingen waren ooit van gevangenen in concentratiekampen, van wie de meesten de oorlog niet hebben overleefd.
Annemiek Littlejohn, voorzitter van de Stichting Hart voor Kamp Amersfoort, probeert hun families te vinden. Zij wil de voorwerpen aan hen teruggeven, zodat ze na al die jaren nog een tastbare herinnering aan hun dierbare hebben.
Een paar weken geleden bleek hoe belangrijk dat is. Nabestaanden van Hendrik van Steeg, slachtoffer van de razzia in Putten, brachten een bezoek aan Kamp Amersfoort. Littlejohn was daar ook en ze raakte in gesprek met de familie. Bij het horen van de naam ‘Van Steeg’ zei Littlejohn: „Er ligt hier iets van uw vader.” Het bleek zijn trouwring te zijn. De familieleden waren overdonderd bij het terugzien van de ring.
Littlejohn: „Ze vertelden me later dat ze er een nacht wakker van hadden gelegen. Op zich maakt het niet uit wat je terugkrijgt. Een papiertje waar iets op geschreven is, kan net zo kostbaar zijn als een gouden ring.”
Littlejohn begrijpt niet waarom de overheid er in sommige gevallen niet in is geslaagd de nabestaanden op te sporen. De trouwring van Hendrik van Steeg lag in 1951 bij de gemeente Nijkerk, waar hij woonde. „De enveloppe met ring is toen naar het ministerie van Sociale Zaken teruggestuurd,” zegt Littlejohn. Volgens haar zou het in die tijd een kleine moeite zijn geweest de nabestaanden te achterhalen.
De omzwervingen van al die 164 persoonlijke bezittingen gedurende ruim zestig jaar zijn moeilijk te achterhalen. Hoe de bezetter ze afnam is wel bekend.
Littlejohn: „De gevangenen werden door iemand achter een tafeltje ingeschreven. Ze moesten alles wat ze bij zich hadden afstaan. Deze bezittingen werden in een bruine enveloppe gestopt, waar de naam van de gevangene en andere gegevens op werden geschreven. De gevangenen kregen de enveloppe mee als ze Kamp Amersfoort of andere kampen verlieten.”
Veel gevangenen kwamen terecht in het concentratiekamp Neuengamme. Vlak na de oorlog verzamelde de UNRRA, de United Nations Relief and Rehabilitation Administration die was opgezet om hulp te verlenen aan de landen die bevrijd waren, zoveel mogelijk documenten.
Vrachtwagens vol ordners met administratie en persoonlijke bezittingen werden uit de concentratiekampen gehaald. Veel daarvan is terug te vinden bij het International Tracing Service in het Duitse Bad Arolsen. Daar zijn gegevens van meer dan zeventien miljoen nazi-slachtoffers te vinden.
Littlejohn bezoekt het archief regelmatig. Ze is er nog steeds van onder de indruk: „Er liggen meer dan vijftig miljoen documenten. Lades vol kaartjes met persoonlijke gegevens in grote kasten. Daar heb je pas echt een benul van de oorlog. Toen ik daar voor het eerst was, legde ik bij toeval mijn hand op een kast met de sticker waarop stond: Kamp Amersfoort. Toen zag ik dat er vier kasten staan met namen van bijna 28.000 Nederlanders die vanuit Kamp Amersfoort naar Duitsland werden gedeporteerd.”
Littlejohn kwam door de Stichting Oktober 44 in Putten in aanraking met het archief in Bad Arolsen. „De mensen van de stichting, waarmee ik samenwerk, hebben in 2007 nog persoonlijke bezittingen terug kunnen geven aan de nabestaanden van razzia-slachtoffers. Ze kregen die nalatenschappen mee uit Bad Arolsen, dat is heel bijzonder. Veel van die bezittingen waren ‘s avonds al bij de nabestaanden, want de mensen van de stichting kenden hen. Het was zo ontroerend dat de nabestaanden na zoveel jaar nog iets terugkregen van hun dierbaren. ”
Het is wat lastiger de 164 persoonlijke zaken die nu in Amersfoort liggen aan de nabestaanden terug te geven. Sommige gemeenten zijn daarbij niet erg behulpzaam. Littlejohn: „Ze beroepen zich op de Wet Bescherming Persoonsgegevens. Ik zeg dan: prima, maar laat de families weten dat ik persoonlijke bezittingen voor hen heb en dat ze contact met me op kunnen nemen. Maar dan moet ik eerst weer allerlei formulieren invullen, het is de bureaucratie ten top.”
Daarom probeert Littlejohn het via internet. In de loop van september komt er onder de naam Oorlogsnalatenschappen een weblog met foto’s van de persoonlijke bezittingen en de namen. Zo hoopt zij in contact te komen met de nabestaanden van 78 gevangenen van wie de nalatenschappen in de kluis liggen. „Ik wil een dag organiseren waarop ze bij elkaar kunnen komen. Het kan erg emotioneel zijn, het is dan goed dat ze er met elkaar over kunnen praten.”
Die emoties treft ze ook aan bij de ex-gevangenen die de oorlog hebben overleefd. „Het is een heel bijzondere groep. Het zijn over het algemeen positieve mensen. Die hebben zoveel meegemaakt dat ze nu gemakkelijker met tegenslag kunnen omgaan. In Kamp Amersfoort werd gemoord, gemarteld en uitgehongerd. Pure sadisten waren daar aan de macht. Maar de ex-gevangenen die het hebben meegemaakt zeggen allemaal dat hun verhaal niet belangrijk is. De joden, die zijn niet teruggekomen, vinden ze. Dat zeggen ze ook uit zelfbescherming. Voor die mensen vind ik het ook belangrijk dat de persoonlijke bezittingen terugkomen bij de nabestaanden. Die spullen moeten terug, hoe dan ook.”

Twee periodes

De SS nam in augustus 1941 het voormalige barakkenkamp voor Nederlandse militairen in gebruik als gevangenkamp. Het kamp werd eind 1942, begin 1943 ontruimd. De gevangenen werden naar het nieuwe kamp in Vught gebracht.
Tot 8 maart 1943 zaten er 8.522 mensen vast in Kamp Amersfoort.
De toename van het aantal opgepakte Nederlanders maakte heropening van het kamp noodzakelijk.
Op 17 mei 1943 werd ‘Amersfoort’ weer heropend.
In deze tweede periode verbleven ongeveer 26.700 gevangenen - voor kortere of langere tijd - in het kamp. Op 19 april 1945 werd het kamp overgedragen aan het Rode Kruis. Op 20 april verliet de Duitse leiding het kamp. Op 7 mei reden Britse militairen het kamp binnen.
‘Amersfoort’ werd berucht door de gruwelijke behandeling van gevangen door onder anderen Joseph Kotälla. Hoeveel gevangenen in het kamp door ontberingen en executies om het leven zijn gekomen is niet precies bekend.




Foto: Annemiek L.

"Ring omgekomen vader terug" door Paul Hartman. De Stentor, donderdag 06 augustus 2009
http://www.destentor.nl/regio/veluwewest/5349808/Ring-omgekomen-vader--terug.ece

Over deze blog

Nalatenschappen
Deze blog is een initiatief van stichting Hart voor Kamp Amersfoort in samenwerking met stichting Nationaal Monument Kamp Amersfoort. Het doel is om via dit medium de families te zoeken van oorlogsslachtoffers. Wilt u dit project ondersteunen? ING 5051469
Mijn volledige profiel tonen